Groente – de basis van onze voeding

Het grootste deel van zijn bestaan bestond het menu van de mens grotendeels uit groenten, fruit, noten en zaden. Het is pas sinds kort in het bestaan van de mensheid dat dierlijke eiwitten in de vorm van vlees, zuivel en vis die hoofdrol hebben overgenomen. Maar groenten staan weer volop spotlights, is te merken in bijvoorbeeld sterrenrestaurants en aan de groei van het aantal flexitariërs.

Groenten zijn de basis

Mensen zijn altijd planteneters geweest. Onze verre voorouders aten, naast af en toe een beetje vlees, een grote verscheidenheid aan vruchten, bladeren, wortels, zaden en noten. Zelfs ons hele bestaan als zuurstof ademende landwezens hebben we aan groene planten te danken. Dankzij bladgroen (chlorofyl) kunnen planten namelijk zonlicht omzetten in zuurstof en bouwstoffen, die we allebei nodig hebben om te kunnen leven. Het wonder van de natuur! Ook de dieren die we als vlees eten, zijn afhankelijk van de plantenwereld. Planten vormen dus de basis van onze voedselvoorziening.

Mens wordt stadsmens

Zo’n 10.000 jaar geleden begonnen mensen over de hele wereld zich te vestigen, in plaats van als nomaden op zoek te gaan naar voedsel. Door graansoorten, peulvruchten en knollen te zaaien en te oogsten, kon de voedseltoevoer beter worden beheerst en konden relatief veel mensen leven van een klein stukje grond. Maar deze overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw (neolithische revolutie) betekende wel een drastische achteruitgang in de verscheidenheid aan planten die mensen aten. Die variatie werd een paar duizend jaar later, vanaf de negentiende eeuw, nóg minder met de industriële revolutie en verstedelijking. Door de afstand tot de stad werd het lastiger om dagelijks verse groenten en fruit aan te leveren (er is in de stad onvoldoende grond om groenten voor alle stedelingen te verbouwen).

saa_radijs_1500px_02

Een paar planten

Zo ontstond het moderne industriële voedselsysteem waarin gewassen met enorme hoeveelheden tegelijkertijd worden geteeld en verwerkt en over duizenden kilometers getransporteerd. Groenten, fruit, bonen en granen worden gekweekt op hun eenvormigheid, hun productiviteit in kilo’s en om ze makkelijk mechanisch te kunnen oogsten, verwerken en transporteren. Vaak ook worden ze onrijp – en dus vaak smakeloos – geoogst om het lange transport te kunnen doorstaan. Met als gevolg een verdere teruggang in de variatie van soorten: een paar plantengewassen zijn ons voedingspatroon gaan overheersen.

Daarnaast is door de groei van de welvaart, vooral na de Tweede Wereldoorlog, de consumptie van vlees en zuivel enorm gestegen. Waardoor er uiteindelijk maar een kleine bijrol voor een klein groepje groenten is overgebleven in ons voedingspatroon.

saa_paarse_wortel_1500px_04

Groenten zijn gezond

Inmiddels is overduidelijk dat de gemiddelde consument veel meer verse groenten en fruit zou moeten eten. De Gezondheidsraad adviseert volwassenen dagelijks ten minste 250 gram groenten en 200 gram fruit te eten. Slechts een kwart van de Nederlanders doet dat gemiddeld, wat dus wil zeggen dat driekwart van de bevolking te weinig groenten en fruit binnenkrijgt (bron: RIVM en het CBS). Terwijl voldoende groenten en fruit onontbeerlijk zijn voor een goede gezondheid.

Het cruciale belang van vitaminen was al langer wetenschappelijk aangetoond. Maar ook ‘nieuw’ ontdekte bestanddelen zoals antioxidanten blijken onontbeerlijk voor gezonde voeding. Lipiden, carotenoïden, salicylaten zijn voorbeelden van stofjes in tomaten, druiven, thee, wortels die het ontslaan van kanker en hartaandoeningen vertragen of tegengaan. Het gaat om een complex van heel veel uiteenlopende stofjes, die onvoldoende via voedingssupplementen zijn binnen te krijgen. Niet één groente bevat alle voedingsstoffen uit groente die een mens nodig heeft, daarom is variatie belangrijk. Overigens kunnen planten ook óngezonde stofjes bevatten, die al dan niet na verhitting verdwijnen (bonen moeten bijvoorbeeld eerst worden gekookt).

saa_boerenkool_1500px_01

Vezels en belang van vers

Een ander aspect van groenten en fruit dat herwaardering verdient zijn de vezels. Vroeger werden die als nutteloos gezien, maar inmiddels is gebleken dat vezels uit groenten, fruit en granen wel degelijk nodig zijn voor gezonde voeding: onontbeerlijk voor een goede spijsvertering, als reiniger (vezels binden schadelijke chemicaliën, zodat ze minder door het lichaam worden opgenomen) en omdat ze voor een verlaging van het cholesterolgehalte van het bloed zorgen.

De beste manier om optimaal van de voedingswaarden van planten te profiteren, is ze met dagelijkse regelmaat en in grote variatie te eten. Van veel groenten gaan de inhoudsstoffen na het oogsten achteruit, vandaar dat verser over het algemeen gezonder is. Diepvriesgroenten, die direct na het oogsten worden gevroren, behouden meer nuttige inhoudsstofen dan dezelfde groenten die enkele dagen blijven liggen. Maar dit geldt niet altijd. Sommige vormen van bewerken leveren wel een waardevolle toevoeging aan het voedselpakket: in zuurkool zit bijvoorbeeld meer vitamine C dan in rauwe witte kool.

 

Bronnen en verder lezen over het belang van groenten en groenten en gezondheid (vitaminen, antioxidanten, vezels etc.):

Belang van voeding voor gezondheid zie bijvoorbeeld: Over eten en koken, Harold McGee, Nieuw Amsterdam Uitgevers

Voedingscentrum

RIVM