Omschakelen naar biologisch: logisch en lucratief?

‘Er zijn zulke prachtige biologische bedrijven, groot en klein, die er een goede boterham mee verdienen’, vertelt Edith Finke, adviseur rundvee bij agrarisch adviesbureau DLV. Edith Finke begeleidt al jaren biologische melkveehouders en ook gangbare boeren die willen omschakelen. Omschakelen naar biologisch is voor sommige agrariërs, vooral voor relatief extensieve melkveehouders, logisch én lucratief. Daarbij worden meestal verschillende fasen doorlopen.

Edith Finke, adviseur rundvee bij agrarisch adviesbureau DLV

Oriëntatiefase

De eerste stap is de vraag: is biologisch iets voor mij? Ieder bedrijf is weer anders. ‘Voor een bedrijf met relatief veel grond is het makkelijker dan een bedrijf met relatief weinig grond: de biologische melkveehouder is grondgebonden’, vertelt Finke. Maar dat wil niet zeggen dat een intensief bedrijf dat graag zou willen omschakelen, dat niet zou kunnen. ‘Die moet dan naar andere mogelijkheden kijken. Zoals samenwerking met biologische akkerbouwers of bijvoorbeeld het bedrijf uitbreiden met extra (natuur) grond. Elke boer moet zich eerst afvragen of het iets voor hem is.’ Om dat te bepalen is het nuttig om te gaan kijken bij al omgeschakelde biologische boeren, een open dag te bezoeken of een adviseur langs te laten komen.

Omschakelplan opstellen: technisch én economisch

‘Op een gegeven moment zie je dat het gaat leven en ga je meer in detail bekijken hoe het zou kunnen. Ga ik met 70 melkkoeien en 35 hectare grond mijn bedrijf gangbaar opschalen naar 90 of 100 koeien? Of kan ik met hetzelfde aantal koeien, maar dan biologisch, evenveel verdienen als met opschalen?’ Daarbij speelt ook het type koe een rol. ‘Heb ik de juiste koeien voor biologisch?’ Een biologische koe is een echte ruwvoerverwerker waarbij het rantsoen wordt aangevuld met een beperkte krachtvoergift. 10.000 liter is veel voor een biologische koe. Hoe reageert zo’n koe als die minder krachtvoer en gras van een andere ruwvoerkwaliteit krijgt? ‘Biologische melkproductie gaat meer over optimale productie in plaats van maximale.’

Teelt- en voeraanpassingen

Er komen ook vragen op als hoe het moet met onkruidbestrijding. ‘Omschakelen vergt een andere manier van werken, van landbouwen. Al is het verschil voor melkveehouders kleiner dan voor akkerbouwers: die moeten hun hele bouwplan veranderen (gewasrotatie gaat van één op vier, naar één op zes in biologisch). Voor melkveehouders is het te overzien. Met een goed gras-klaver-management kom je al een heel eind.’ Biologische snijmais telen is een ander verhaal. Een boer moet akkerbouwmatig gaan handelen en dat is hij vaak niet gewend. In hoeverre wil en kan hij zelf met eggen en schoffelen de maïs schoonhouden? Kan een loonwerker dat voor hem verzorgen of is het misschien is verstandiger om bio-mais aan te kopen? Of kan het ook gewoon zónder snijmaïs: steeds meer bioboeren halen goede resultaten zonder maïs in het rantsoen.

Economie

De afgelopen jaren was de prijs voor biologische melk behoorlijk goed, stukken beter dan die voor gangbare melk. Dat kan helpen bij het omschakelen. ‘Maar je moet niet alleen vanwege de prijs omschakelen, want het aanlokkelijke grote prijsverschil zal niet eeuwig duren: maak een inschatting van je kostprijs en de melkprijzen voor de langere termijn. Je moet er ook de drive voor hebben.’ Wel ziet de afzet van biologische melk er ook voor de toekomst goed uit: de groei gaat nog steeds door. Heel wat boeren die op de wachtlijst stonden, konden in 2017 omschakelen naar biologisch.

‘Er zijn verschillende fabrieken en coöperaties waaraan de biologische melk geleverd kan worden. Informeer naar de mogelijkheden en probeer duidelijkheid te krijgen wanneer er bio-melk geleverd kan worden.

Ook moet je je realiseren dat er een omschakelperiode is van ongeveer twee jaar: er moet twee jaar zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gewerkt zijn om het wettelijke keurmerk voor biologisch in aanmerking te komen. In die omschakelperiode heb je wel extra kosten, maar nog geen extra inkomsten. ‘Voor veel omschakelaars is dat wel een moeilijke periode. Hoe ga je die overbruggen?’

Opbouwen van kennisnetwerk

Hulp bij het omschakelen is er op verschillende manieren. Zowel voor potentiële omschakelaars als agrariërs die al het besluit hebben genomen, zijn er omschakelcursussen. ‘Heel nuttig zijn ook studiegroepen. Het is heel leerzaam om met elkaar een proces van omschakeling door te maken en te bespreken waar je zoal tegenaan loopt.’ Je kan ook kiezen voor individuele bedrijfsbegeleiding waarin je met een coach actualiteiten bespreekt. ‘Probeer niet zelf het wiel uit te vinden. Veel kennis is al voorhanden, het zou zonde zijn om die niet te benutten.’

Aanmelden SKAL

De officiële omschakeling begint door het aanmelden van het bedrijf en de grond bij de Skal. Meestal gebeurt dit met ingang van een nieuw weideseizoen (april). De koeien moeten minimaal een half jaar biologisch ruw- en krachtvoer gevoerd zijn voordat de melk ook als biologisch geleverd kan worden. De regels die bij de omschakeling horen zijn heel duidelijk en concreet. ‘Maar bij sommige zaken komt toch wel wat kijken.’ Je kunt bijvoorbeeld niet meer jaar-in-jaar-uit op hetzelfde perceel maïs verbouwen omdat de Bio-regelgeving dat verbiedt. En al het vee moet, zodra de weersomstandigheden en de grond het toelaten, naar buiten. Dus ook de jonge kalveren en droogstaande koeien.

Biologisch boeren komt aan op vakmanschap, net als bij gangbaar boeren, maar met andere accenten. Volgens Edith Finke kampt de biologische landbouw soms nog wel met vooroordelen en onterechte beeldvorming. ‘Verkeerde voorbeelden zijn er in de biologische landbouw, maar die heb je bij gangbare boeren net zo goed.’

Vaak is het idee dat biologisch boeren veel problemen hebben met onkruid. ‘Dat kan een probleem worden, maar dat kun je ook prima voorkomen. Als je grasland gaat scheuren, kun je veel last krijgen van onkruid, dus misschien moet je het dan maar niet scheuren.’ Je moet je realiseren dat biologische boeren onderling ook verschillen: ‘Er zijn er die 5000 liter per koe melken, anderen 8500 liter. Ook onder bijna 400 biologische boeren in Nederland zijn er steeds meer met een melkrobot.’

Tevreden omschakelaars

Het imago van de biologische landbouw is er de laatste jaren wel op vooruit gegaan. ‘Boeren die er aan beginnen moeten ook wel een beetje flexibel zijn, bereid zijn iets anders te doen dan ze gewend zijn. Als je absoluut niet tegen een paardenbloem in de wei kunt, moet je er niet aan beginnen. Het wordt anders als je een beetje durft open te staan en dan scheelt het als je je realiseert dat een paar paardenbloemen juist goed zijn voor een koe.’

Broodje aap-verhalen zijn er ook. Dat het altijd een rommeltje is bij biologische boeren bijvoorbeeld. Door de vele goede voorbeelden van biologische ondernemers te laten zien, kunnen die worden bestreden. ‘Prachtige voorbeeldbedrijven zijn er, groot en klein, die er een goede boterham mee verdienen. Biologische is nog een kleine maar groeiende markt. Er is de komende jaren ruimte voor meer zuivelconcepten. Maak dus als melkveehouder een analyse en kies wat bij jou en je bedrijf past voor de langere termijn. Ik ken inmiddels vele tevreden omschakelaars’.

 

Meer weten? Kijk op de website van Skal bij veehouderij of neem contact op met Edith Finke, DLV Advies.